Edouard Carmignac schrijft over actuele economische, politieke en maatschappelijke aangelegenheden.
Geachte heer, mevrouw,
Op het moment dat ik dit schrijf heeft de populistische golf, die op het punt leek te staan onze westerse democratieën te overspoelen, volgens sommigen een keerpunt bereikt met de ondergang van de campagne van Donald Trump. Ik waag het te betwijfelen. En ik vrees dat onze waarden en ons welzijn wel degelijk bedreigd worden.
Is het niet verontrustend dat de Republikeinen hebben ingestemd met de kandidatuur van iemand die zo ongeschikt is om het machtigste land ter wereld te leiden? In Engeland is de haast die Theresa May achter het uitvoeren van de Brexit zet opmerkelijk. De doorbraak van extremistische partijen op de vooravond van belangrijke verkiezingen in Frankrijk en Duitsland is al even verontrustend.
Wat zijn de gezamenlijke kenmerken van die populistische programma's? De ontevredenheid, die het gevolg is van de dalende economische activiteit, heeft geleid tot een gevoel van wantrouwen jegens de elite en een verlangen naar isolationisme. De oorzaak van ons leed ligt bij de buitenlanders, die onze banen afpakken door te emigreren of goedkoop te exporteren. De oplossing? Een vleugje protectionisme, indien mogelijk vergezeld van enerzijds een devaluatie om de bedrijvigheid te kunnen stimuleren door het overheidstekort te laten oplopen en het nominale loon te kunnen verhogen – een effect dat door inflatie snel zal verdwijnen – en anderzijds, meestal, van een verhoging van de vermogensbelasting.
Hoewel deze programma's slechts geleidelijk, of in een afgezwakte vorm, zullen worden ingevoerd, lijkt het ons verstandig om ze nu al in onze beheerstrategieën te verwerken. Als gevolg van de fiscale maatregelen – ter aanvulling van het monetair beleid, waarvan de mogelijkheden nu zijn uitgeput – zal het aanbod van staatsleningen toenemen, juist op een moment dat de interesse van beleggers zal afnemen door een, weliswaar zwak, herstel van de inflatie. We hebben evenmin vertrouwen in staatsobligaties van onze eigen ontwikkelde landen, waarvan de koers als gevolg van een 35 jaar stijgende markt weinig waarde in het vooruitzicht stelt. Aandelen zullen daarentegen profiteren van het feit dat de versoepeling van het fiscale beleid weer zekerheid biedt over de stabiliteit van de bedrijvigheid, mits de rentestijging onder controle wordt gehouden. Dit scenario van afnemende onzekerheid over de groei, in combinatie met een herstel van de inflatie, is gunstig voor grondstoffen – met name voor olie en uiteraard goud – en gaat ten koste van waarden met een zogeheten goede voorspelbaarheid, die de afgelopen jaren konden profiteren van de zwakke bedrijvigheid en de lage rente.
De kritiek van de marktconsensus zorgt altijd voor verrassingseffecten, waardoor een nieuwe economische en financiële orde zelden op kalme wijze tot stand komt. Door onze portefeuilles via een actief beheer te herstructureren zullen we naar verwachting de volatiliteit ervan in deze overgangsfase kunnen terugbrengen om er in een later stadium van te profiteren.
Hoogachtend,