Maart 2019
Zoals verwacht aan het begin van het jaar hebben de aandelenmarkten zich kunnen herstellen van de paniek van eind 2018. Dit herstel werd aangewakkerd door een kentering in de ambities van de Fed ten aanzien van de normalisering van het monetair beleid . De vraag is natuurlijk hoe groot de kans is dat deze opleving de komende maanden zal aanhouden.
Van de waslijst aan politieke onzekerheden in Europa en de Verenigde Staten tot aan het probleem van de overmatige schuldenlast, in een nieuwe context van afnemende groei, ontbreekt het de markten niet aan redenen om zich dit jaar weer voorzichtiger op te stellen. Deze kwesties, die belangrijk zijn voor het vertrouwen en dus voor de groei, zullen de komende maanden hun beslissende fase ingaan. Ze vormen dus een bron van zorg op korte termijn.
Toch wordt deze weinig aantrekkelijke realiteit aangevuld, of in ieder geval verzacht, door het centrale scenario, dat objectief gezien rustiger is geworden ten opzichte van vorig jaar. De markten hebben de aanhoudende economische vertraging erkend, evenals de centrale banken, die hun streven naar een geforceerde monetaire normalisering inmiddels hebben laten varen.
We komen nu eerder terecht in een tamelijk ongunstige fase waarin de markten, die als het ware langzaam en voorzichtig de aanvaring van 2018 achter zich laten, gekenmerkt worden door besluiteloosheid. Begin 2019 lijken de wereldeconomieën een min of meer zachte landing te hebben ingezet, die getemperd wordt door een monetair beleid dat zijn normaliseringsdrang heeft laten varen.
In deze fase van vertraging zou het verschil in de prestaties van bedrijven een zeer belangrijke rendementsbron kunnen zijn, in tegenstelling tot 2018
In deze context zijn de vooruitzichten voor de aandelenindexen waarschijnlijk middelmatig in vergelijking met het huidige niveau. Aan de andere kant zou in deze fase van vertraging het verschil in de prestaties van bedrijven een zeer belangrijke rendementsbron kunnen zijn, in tegenstelling tot 2018, toen het rendement in veel sterkere mate bleek af te hangen van een juiste inschatting van de ontwikkeling van de indexen.
Met name aandelen van bedrijven die nog steeds redelijk gewaardeerd zijn en in staat zijn om hun marges te verdedigen en hun groei te ondersteunen, zouden een aanzienlijke kwaliteitspremie moeten kunnen claimen in de ongunstige economische omgeving die we voor dit jaar verwachten. Een soortgelijk oordeel is van toepassing op de prioriteit die dit jaar op de obligatiemarkten, met name de bedrijfsobligatiemarkten, aan effectenselectie moet worden gegeven, in plaats van in te spelen op de algemene markttrend.
Bron: Carmignac, maart 2019, Bloomberg, 28/02/2019