Het fonds sloot de maand af met een in absolute zin neutraal rendement en presteerde iets beter dan de referentie-index.
De belangrijkste rendementsbronnen waren onze long-posities in bedrijfsobligaties en in staatsobligaties in harde valuta's, die profiteerden van de krappere risicospreads.
De bijdrage van het valutagedeelte was licht negatief, wat vooral te wijten was aan de underperformance van de Amerikaanse dollar.
Onze long-positie op de Chileense peso en onze short-positie op de Chinese yuan leverden de afgelopen maand daarentegen een positieve bijdrage aan het rendement.
Nu de Amerikaanse economie gaat normaliseren hebben we de rentegevoeligheid van het fonds verhoogd tot meer dan 400 basispunten.
We hebben met name onze short-positie op Japanse staatsobligaties teruggebracht en onze long-posities op Amerikaanse staatsobligaties versterkt.
Wat betreft staatsobligaties van opkomende landen in lokale valuta's blijft het fonds de voorkeur geven aan landen als Mexico en Brazilië, waar de reële korte rente extreem hoog blijft.
Wij hebben daarentegen winst genomen op al onze long-posities in Chinese staatsobligaties.
Wat de valuta's betreft, behoudt het fonds een long-positie op de Braziliaanse real en de Chileense peso. Onze long-positie op de Amerikaanse dollar schroefden we echter terug.
Het fonds behoudt een long-positie in obligaties in harde valuta's van opkomende markten uit de EMEA-regio en Latijns-Amerika.
Latijns-Amerika | 34.6 % |
Europa | 31.0 % |
Noord-Amerika | 9.2 % |
Afrika | 9.2 % |
Oost-Europa | 6.4 % |
Midden-Oosten | 6.3 % |
Azië / Pacific | 2.4 % |
Azië | 1.0 % |
Total % of bonds | 100.0 % |
Marktomgeving
In mei zijn in de VS de eerste tekenen van een normalisatie van de bedrijvigheid en de arbeidsmarkt opgedoken, en daalden de detailhandelsverkopen.
Ondanks de licht dalende inflatiecijfers hielden de leden van de Federal Reserve de afgelopen maand vast aan hun voorzichtige discours.
In de eurozone daarentegen waren er opnieuw tekenen die wezen op een herstel van de bedrijvigheid en lieten de bbp-cijfers over het eerste kwartaal een verbetering zien.
Door deze scheefgroei is de druk op de Amerikaanse rente fors afgenomen. Zo daalde de tienjaarsrente in de loop van de maand met 18 bp, terwijl in de eurozone juist sprake was van een opwaartse trend.
Risicovolle activa profiteerden echter van een grotere risicobereidheid onder beleggers, zoals blijkt uit de krappere kredietspreads van de iTraxx Xover-index.
In lokale valuta sloten de opkomende markten de maand af met een lichte daling, terwijl het rendement in harde valuta wel positief bleef.